Vraag 15
Podobnie jak w poprzednim wpisie, tlumaczymy, zadajemy pytanie, zaprzeczamy. Succes.
Odpowiedzi
- Tu jest mieszkanie René.
Hier is een woning van René. ( w tym przypadku wiemy już kogo jest to mieszkanie stąd – de woning)
Hier is de woning van René.
Is hier de woning van René?
Hier is niet de woning van René.
- On ma ładny i duży pokój.
Zij heeft mooie en grote (woon)kamer.
Hij heeft een mooie en een grote kamer.
Heeft hij een mooie en een grote kamer?
Hij heeft geen mooie en een grote kamer.
- Jest tam kuchnia i łazienka.
Daar zijn keuken en badkamer.
Er zijn daar ook een keuken en een badkamer.
Zijn er daar ook een keuken en een badkamer?
Jest kilka opcji !!!!!!
Er zijn daar ook geen keuken en geen badkamer.
Er is daar noch keuken noch badkamer. (Nie ma tam ani kuchni ani łazienki)
Er zijn daar ook geen keuken en badkamer.
- Jaka jest łazienka?
Hoe is badkamer?
Hoe is de badkamer?
De badkamer is groot en zonnig.
De badkamer is niet groot en zonnig. (dlaczego niet?)
- Czy jest wanna?
Of is een bad?
Is er een badkuip?
Er is een badkuip.
Er is geen badkuip.
- Stoi tam lodówka i są białe szafki kuchenne.
Staat daar een koelkast en de witte kasten.
Er staat daar een koelkast en er zijn witte keukenkastjes.
Staat er daar een koelkast en zijn er witte keukenkastjes?
Er staat daar geen koelkast en er zijn geen witte keukenkastjes.