Vraag 29
Napisz te zdania (tym razem Asi) w czasie teraźniejszym.
Odpowiedzi
- Zaterdag heb ik veel werk gehad. – Zaterdag werk ik veel.
Zaterdag heb ik veel werk.
Heb je zaterdag veel werk?
Zaterdag heb ik geen werk.
2.’s Ochtends heb ik boodschappen gedaan.
‘s Ochtends ga ik boodschappen doen.
Ga je ‘s ochtends boodschappen doen?
‘s Ochtends ga ik niet boodschappen doen.
- Later ben ik naar huis gegaan.
Later ga ik naar huis.
Ga je later naar huis?
Later ga ik niet naar huis.
- Om drie uur ‘s middags heb ik visite gehad.
Om drie uur ‘s middag heb ik visite.
Heb je om drie uur visite?
Om drie uur ‘s middag heb ik geen visite.
5.Ik heb ook de was gedaan.
Ik doe ook de was.
Doe je ook de was?
Ik doe ook geen was.
6.Vanavond heb ik TV gekeken.
Vanavond kijk ik Tv.
Kijk je vanavond Tv?
Vanavond kijk ik geen tv.
7.Laat in de avond ging ik slapen.
Laat in de avond ga ik slapen.
Ga je laat in de avond slapen?
Lat in de avond ga ik niet slapen.
8.Volgende dag stond ik om 8 uur op.
Volgende dag sta ik om 8 uur op.
Sta je volgende dag om 8 uur op?
Volgende dag sta ik niet om 8 uur op.
9.Zondag was een dag van rust en ontspanning.
Zondag is een dag van rust en ontspanning.
is zondag een dag van rust en ontspanning?
Zondag is geen dag van rust en ontspanning.